Hoofdstuk 1: Inleiding
Sinds 2012 is de optie voor een maatschappelijke afweging in stap 3 van de locatiespecifieke ecologische risicobeoordeling opgenomen in de Circulaire bodemsanering: “Stap 3 kan worden uitgevoerd als er op basis van de standaard beoordeling (stap 2) is geconcludeerd dat er sprake is van onaanvaardbare risico’s, terwijl men het idee heeft dat er in werkelijkheid geen sprake is van onaanvaardbare risico’s. Stap 3 kan ook worden uitgevoerd als men de effecten op het ecosysteem wil kunnen beoordelen door deze te meten. Als stap 3 is uitgevoerd dient het bevoegd gezag de conclusie omtrent spoed te baseren op de resultaten van stap 3."
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) heeft de mogelijkheid tot het uitvoeren van de maatschappelijke afweging in de Circulaire bodemsanering opgenomen naar aanleiding van een advies van de TCB uit 2011. In dit advies staat onder andere: “De TCB vindt dat voorafgaand aan een Triade onderzoek altijd de afweging moet plaatsvinden of een Triade-onderzoek en saneren en beheer op een locatie zinvol zijn.” Een maatschappelijke afweging is van betekenis voor locaties waar volgens de standaard ecologische risicobeoordeling sprake is van onaanvaardbare ecologische risico’s. De risicobeoordeling is gebaseerd op de mate van verontreiniging (toxische druk), de omvang van het onbedekte oppervlak van het verontreinigde gebied (m2)
en het gebiedstype (ecologische waarde). De uitslag van de standaard risicobeoordeling is echter nog weinig locatiespecifiek. Met behulp van een maatschappelijke afweging kan rekening worden gehouden met andere maatschappelijk relevante aspecten. Dit kan het draagvlak vergroten om risico’s te verminderen (saneren, beheren), bijvoorbeeld bij verontreinigingen langs infrastructuur, in stedelijk gebied of waar andere wettelijke kaders gelden (zoals natuurwetgeving, archeologie, cultuurhistorie). Ook kan het een hulpmiddel zijn om weer ontwikkelingen mogelijk te maken bij locaties met ecologische risico’s.
Van model naar praktijk
De procesmatige kant van de maatschappelijke afweging is uitgewerkt in de Circulaire bodemsanering en in de NEN 5737. In de Circulaire staat dat de maatschappelijke afweging een optie is bij de start van stap 3 van het Saneringscriterium. Er kan gekozen worden voor ofwel het uitvoeren van een gestructureerde maatschappelijke afweging (optie 1), ofwel het direct uitvoeren van locatiespecifiek onderzoek in de vorm van Triade-onderzoek dan wel monitoring (optie 2).
Vanuit de praktijk is het signaal afgegeven dat er daarnaast behoefte is aan een praktische uitwerking voor een maatschappelijke afweging. Een strikte richtlijn is niet te geven: de specifieke omstandigheden betreffende de verontreinigingssituatie, het ecosysteem ter plaatste, de omgeving en (de ambities voor) het huidige en toekomstige bodemgebruik vragen eigenlijk altijd om maatwerk. Naast deze Toelichting op hoofdlijnen zijn er daarom als voorbeeld en inspiratiebron verschillende (deels) fictieve praktijkvoorbeelden opgenomen. Deze Toelichting heeft als uitgangspunt de Circulaire bodemsanering en de mogelijkheden die daarin geboden worden in de verschillende stappen van de ecologische risicobeoordeling.
In de Circulaire bodemsanering wordt de maatschappelijke afweging zo beschreven: “Een gestructureerde maatschappelijke afweging om vast te stellen of het zinvol is om vervolgonderzoek uit te voeren en hier de eindconclusie op te baseren of om zonder vervolgonderzoek de keuze te maken tussen wel of geen noodzaak tot sanerings- en beheermaatregelen.”
In deze Toelichting wordt beschreven hoe een ‘gestructureerde maatschappelijke afweging’ uitgevoerd kan worden. De basis hiervoor is gelegd in de NEN 5737. Hoofdstuk 2 beschrijft daarom eerst de drie stappen uit deze norm, aangepast naar de maatschappelijke afweging. Deze stappen vormen het uitgangspunt. Vervolgens komt de praktische invulling aan bod. In hoofdstuk 3 wordt besproken welke (type) overwegingen bij de maatschappelijke afweging gebruikt kunnen worden. De Toelichting sluit af met een aantal voorbeelden van maatschappelijke afwegingen (hoofdstuk 4).
Waarvoor is deze Toelichting:
- leidraad voor de opzet van uw eigen gestructureerde maatschappelijke afweging,
conform NEN 5737 en deze Toelichting;
- overzicht bieden van overwegingen voor een maatschappelijke afweging;
- handvatten bieden bij het samenstellen van de overleggroep;
- rollen en verantwoordelijkheden van de overleggroep duiden, inclusief de relatie met een eventuele beschikking van het bevoegd gezag;
- door voorbeelden laten zien dat een maatschappelijke afweging oplossingen biedt.
Wat doet de Toelichting
niet:
- een volledige panklare invulling geven aan uw maatschappelijke afweging;
- een complete checklist voorschrijven met verplicht op te nemen onderdelen;
- het aangeven welk antwoord een maatschappelijke afweging gaat leveren ( ja/nee antwoord).
Uitgangspunt voor deze Toelichting zijn locaties waar na het nader bodemonderzoek en na stap 2 van het Saneringscriterium is bepaald dat sprake is van een onaanvaardbaar ecologisch risico. Dat betekent niet dat de Toelichting niet van toepassing kan zijn op locaties met verouderde onderzoeksgegevens of voor de (her)beoordeling van locaties waarvoor in het verleden via een Wbb-beschikking is vastgesteld dat sprake is van een ecologisch risico en de saneringstermijn in het verschiet ligt of inmiddels is verstreken. Ook het uitvoeren van een maatschappelijke afweging op een ander punt in het proces (bijvoorbeeld bij het opstellen van een saneringsplan) is mogelijk.